Bron:HLN.be
A. B. staat opnieuw voor de Antwerpse rechtbank voor de illegale handel in puppy’s van bulldogs. Volgens de openbare aanklager is zij, na een veroordeling in 2015, gewoon verder blijven doen. Zij zou aan de verkoop van 64 bulldogpuppy’s maar liefst 70.000 euro hebben verdiend.
A. B. en haar moeder zijn zeker grote hondenvrienden. Zij doen hun best om de puppy’s die hen worden toevertrouwd, goed te verzorgen. Daar twijfelt de procureur niet aan. Maar de handel moet wel correct verlopen: de verkoper moet een vergunning hebben, de honden moeten geregistreerd worden. En daar loopt het mis bij A. B. Zij plaatst advertenties op websites als puppyplaats.nl of marktplaats.nl onder de naam van familieleden of vriendinnen. Zo trekt zij kopers aan.
Eén van die vriendinnen werd trouwens mee voor de rechtbank gedaagd. Zij gaf toe als dekmantel te dienen voor de illegale hondenhandel van A. B.
Volgens de procureur is er flink geld verdiend aan die handel. Een witzwarte bulldogpuppy kost 850 euro, voor een blauwe of beige puppy lopen prijzen op tot 1.280 euro. De vrouw zou minstens 64 honden zonder vergunning hebben verkocht. Deze illegale opbrengst van minstens 70.000 euro moet volgens de procureur verbeurd worden verklaard. Hij eist ook een boete van 8.000 euro en een driejarig verbod om nog dieren te verhandelen.
“Misverstand”
Beklaagde A. B. herinnerde aan haar zware veroordeling in 2015. Daarna was zij volledig gestopt met de illegale handel. Zij had haar accounts op verkoopwebsites geblokkeerd. Ook haar account op Facebook waarlangs vroeger de verkoop verliep ”A. G. B.” kreeg de uitdrukkelijke vermelding “niet meer actief.”
De advocate van A. B. vroeg de vrijspraak voor haar cliënte: “A. B. is ziek en heeft verzorging nodig. Zij wordt thuis dagelijks bijgestaan door haar moeder en die heeft wél een vergunning voor de dierenverkoop. Er is een misverstand. De klanten zeggen dat zij hun puppy ophalen op het adres van A.B. maar dat komt omdat haar moeder daar altijd aanwezig is. Met de handel zelf heeft A. B. niets meer te maken.”
De rechter doet een uitspraak op 21 oktober.